- Het Andere Geslacht volgens Bent Van Looy.
- Foto Diego Franssens
“‘Over there I once lost a fight to a girl over nothing at all’, zing ik in ‘Round the Bend’. Dat liedje gaat over hoe je je een stad eigen maakt: hoe langer je er rondloopt, hoe meer plekken je tegenkomt waar je belangrijke en onbelangrijke dingen hebt meegemaakt. Zoals dus een hevige ruzie met een meisje die nergens over gaat. Neem nu de afwas. De domste reden ooit en toch gebeurt dat vaak. Ik háát ruzie maken. Ik kan het niet. Als ik een ruzie voel aankomen, doe ik alsof ik niets in de gaten heb. Ik ben zo’n type dat zwijgt als de andere roept, waarop die nog bozer wordt (lacht). Waarom ik de afwas dan niet gewoon doe? Het gaat er niet over óf de afwas wordt gedaan, wel op welke manier. En de vraag is: waar staat die afwas voor? Over iets fundamenteler, bijvoorbeeld dat ik niet genoeg aanwezig ben – letterlijk en figuurlijk. Ik heb geleerd dat het soms nuttig is, ruzie maken. Anders blijf je heikele onderwerpen uit de weg gaan.”
“Als jongen van negen jaar heb ik op school één keer gevochten. Ik moest mezelf verdedigen: als ze met modder gooien, kan je niet blijven weglopen. Ik denk dat ik werd uitgekozen omdat ik niet de sterkste was en de kans klein was dat ik zou winnen. Ik was geen typische jongen en absoluut niet sportief. Ik moest me dus snel overgeven (lacht). Rond die tijd, en zelfs al vroeger, op mijn zesde, trokken meisjes mij meer aan. Omdat ze anders waren. Ik deed er alles voor om met hen mee in hun kamp te mogen. Een beetje raar, want op die leeftijd spelen jongens en meisjes juist niet met elkaar. Als ze me toelieten, was dat een grote overwinning en een enorm geluk. Het was veel leuker bij hen. Als jongens kampen bouwen, zoeken ze alleen maar meer stokken om het kamp hoger te bouwen, terwijl meisjes vertelden wat er zich afspeelde in die kamers: dat was veel interessanter. Ik was ook altijd liever verhalen aan het verzinnen of aan het tekenen.”
“In het middelbaar ben ik gepest geweest – altijd door jongens, nooit door meisjes. Het ging over wie fysiek dominant was en wat je plaats was in de groep. Heel primair, allemaal. Dan lieten ze je bijvoorbeeld van de trap vallen. Dat waren ongelukkige jaren, maar ik heb dat pesten kunnen ombuigen in iets positiefs. Ik begon mijn vaardigheden te ontwikkelen en realiseerde me dat ik iets kon dat niet iedereen kon: strips tekenen. Die gaf ik aan meisjes om indruk te maken en zo versterkte ik ook weer mijn positie in de groep. Ik heb er een paar vriendinnetjes aan te danken (lacht).”
“Als kind zag ik mijn ideale vrouw duidelijk voor me: ze had donker haar en droeg een rode jurk. Mijn vriendin Martena heeft blond haar en draagt bijna nooit rood (lacht). Als het om uiterlijk gaat, heb ik geen type. Hooguit moet het gekunstelde in balans zijn met het ongekunstelde. Vrouwen die zo zijn opgekalefaterd dat ze op een beeldhouwwerk lijken, vind ik minder interessant. Ik kan een vrouw esthetisch mooi vinden zonder tot haar aangetrokken te zijn en andersom: ik kan een vrouw opwindend vinden, terwijl ze esthetisch misschien niet mooi is. Dat is nu net de biologie tussen mannen en vrouwen.”
“Mensen zijn vandaag nostalgisch over vroeger. Je ziet weer vrouwen breien en taarten bakken. Ik las dat zoiets geruststellend kan zijn: sommige vrouwen kiezen bewust geen drukke job en enten zich op een romantisch ideaal van vijftig jaar geleden. Ik vind het juist een leuk idee dat vrouwen onafhankelijk en ondernemend zijn. Martena is extreem ondernemend en heel onafhankelijk: daar ben ik voor gevallen. Ze is make-upartieste, tot voor kort had ze de artistieke leiding van een groot terras aan de Seine, ze heeft net haar naaicafé verkocht en straks komt er weer iets nieuws. Soms is het ingewikkeld omdat zij op één plek zit en ik elders. Misschien niet de meest stabiele situatie, maar wel de meest stimulerende. Ooit zal ik me willen settelen en komt er wel een dag waarop ik geen zin zal hebben om naar de modeweek te gaan in New York. Maar voorlopig zijn kinderen geen thema.”
“Hoewel Martena even ondernemend is als ik, vind ik dat ze op natuurlijkere manier in het leven staat. Dat bewonder ik het meest aan vrouwen. Mannen moeten altijd ergens naartoe en hebben vaker een concreet doel, terwijl je daar niet per se gelukkig van wordt. De momenten dat ik echt gelukkig ben, zijn momenten dat die doelen niet aanwezig zijn. Toen ik 21 was, dacht ik dat mijn eerste plaat het antwoord zou zijn op al mijn vragen. Maar als je daar staat met die cd in je handen, is dat een van de meest ontnuchterende dingen die je kunnen overkomen. Vrouwen weten gemakkelijker wat banaal is, ze relativeren meer en laten zich niet vangen.”
“Wat ik het meest bewonder bij vrouwen? Hetzelfde als waar ik me het meest aan stoor. Dat ze dingen die belangrijk lijken, doorprikken, en dat je je daardoor als man minder serieus genomen voelt. Vrouwen zijn superieur, dat stoort me (lacht).”
Bent Van Looy (º3 mei, 1976) is muzikant, modeontwerper en straks ook jurylid in het VTM-programma ‘The Voice’. De frontman van Das Pop bracht dit jaar een eerste soloalbum uit, ‘Round the Bend’.
[Dit artikel verscheen eerder in NINA, het weekendmagazine van Het Laatste Nieuws.]