‘Afrikanen kunnen zich niet langer dan zes weken concentreren op één doel.’ Als ik het zo lees, klinkt het heel fout. Maar ik ben bang dat, als ik die column van Hans Vandeweghe al had gelezen, er waarschijnlijk had overheen gelezen. Misschien had ik hooguit een wenkbrauw opgetrokken of eens diep gezucht. Woeps.
Ik probeer nu al de hele tijd te bedenken wat mijn mening over die hele kwestie is. Iets te netelig, in feite.
Als ik op mijn Facebookmuur lees hoe verontwaardigd mensen zijn met Afrikaanse geliefden en/of kinderen, dan denk ik, ja, jullie hebben absoluut gelijk. Maar dan lees ik die nieuwe column van Hans Vandeweghe, en denk ik: mja, kan ik inkomen. Het ging over het WK en je had het over voetballers. En dan mag het. Misschien.
Desalniettemin.
‘In Afrika, daar weten de mensen hoe ze moeten genieten van het leven. Niks doen, dat kunnen wij hier in het Westen niet. We rennen altijd van hot naar her.’
‘Afrikanen, die weten wat belangrijk is in het leven. Die lachen áltijd, ook al hebben ze niks. Daar kunnen wij nog wat van leren.’
‘Zwarten komen altijd te laat. Die kunnen daar niks aan doen. Ze hebben gewoon geen besef van tijd. Die leven op het ritme van de natuur.’
‘Zwarten kunnen écht niet rijden.’
‘Ook niet met een fiets.’
‘In Zuid-Amerika en in Afrika word je geboren met een gevoel van ritme. Die mensen weten tenminste hoe ze met hun heupen moeten dansen.’
‘Zwarten kunnen lange afstanden lopen omdat ze genetisch zo voorgeprogrammeerd zijn. Hun spieren zijn anders.’
‘Ze hebben allemaal een grote piet.’
‘Once you go black, you never go back.’
‘In Afrika gaan ze allemaal vreemd want dat is hun natuur.’
‘Mannen gaan vreemd want dat is hun natuur. Daar heeft de evolutie voor gezorgd. Die moeten zoveel mogelijk zaad verspreiden.’
‘Mañana, mañana! Dat hoor je de hele tijd in Brazilië.’
‘Duitsers zijn fascisten.’
‘Duitsers zijn arrogant.’
‘Duitsers zijn vreselijke mensen.’
‘Russen zijn varkens. Die plunderen altijd het buffet.’
‘Russen zijn zatlappen.’
‘Russen zijn homofoob.’
‘Chinezen hebben geen manieren.’
‘Italianen zijn opvliegend.’
‘Arabieren, die maken pas lawaai.’
‘Marokkanen, die liegen zelfs als het bewijs voor hun neus ligt. Ze moeten. Voor hen is een kwestie van eer.’
‘Roma’s, die mogen stelen. Zolang het niet van een andere Roma is.’
‘Nederlandse meisjes zijn gemakkelijker dan Belgische.’
‘Zweedse meisjes zijn gemakkelijker dan Belgische.’
‘Europese meisjes zijn gemakkelijker dan Amerikaanse.’
‘Engelsen zuipen veel te veel.’
‘Engelsen hebben alleen seks als ze te veel gedronken hebben.’
‘Nederlanders zijn gierig.’
‘Nederlanders zijn arrogant.’
‘Nederlanders zijn luidruchtig.’
‘Ik háát Nederlanders.’
‘Ik háát Vlamingen. Stomme racisten.’
Waarom erger ik me aan de ene uitspraak en bezondig ik me aan de andere?
‘Ze lachen áltijd. Ze blijven lachen. Wat een ongelooflijk lieve mensen, toch.’ Dit hoorden mijn moeder en ik Nederlanders zeggen in Indonesië, over Indonesiërs. Waarna mijn moeder – in Indonesië geboren en deels Indonesisch – mij nadien kwaad toefluisterde: ‘Ze lachen misschien wel naar je gezicht, maar dat wil hélemaal niet altijd zeggen dat ze het leuk vinden. En wat kunnen Nederlanders toch onbehouwen zijn.’
Mag je lachen met Indonesiërs als je zelf – zoals ik – deels Indonesisch bloed hebt? Hoe traag het soms gaat, als ze opdienen? Dat je echt vaak lang moet wachten op Java, ook al ben je de enige klant in de zaak? Mag ik, terwijl ik dat vertel, nadoen hoe ze op hun dooie gemak rondsloffen op hun teenslippers?
Mijn eigen Nederlandse vader maakte ooit een grapje over mijn moeder voor zijn hele Nederlandse familie: ‘Dan denk je, ik trouw met een Indonesische vrouw, die zal wel lekker onderdanig zijn en goed kunnen koken! Nou, mooi niet, hoor!’ Waarop hij schaterlachte. Ik kon er als veertienjarige feministe niét mee lachen. Ik schaamde me dood. Los daarvan zijn mijn ouders volgend jaar 60 jaar getrouwd. Dit terzijde.
Aan de ‘plagerijen’ – de aanhalingstekens zijn expres – tegen Nederlanders heb ik mij, als dochter van en als Nederlandse op papier, altijd mateloos gestoord. Ook nu, tijdens het WK, op mijn Facebookmuur. Vervang daar in sommige comments Nederlander door Marokkaan en je hebt een klacht aan je broek bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
Als ik Belgen bezig hoor over Nederlanders, denk ik soms: stomme Belgen, met jullie minderwaardigheidscomplex. Jullie gunnen Nederlanders echt niks! Terwijl zij jullie vaak wel sympathiek vinden – of is dat denigrerend zoals die Nederlanders die die Indonesiërs zo lief vinden? Zucht.
Ik heb België gehaat. Toen ik als kind naar Amerika verhuisde en terug, heb ik het trouwens ook mogen horen. En later, met dat stomme Vlaams Blok. Ik werkte zondagen in een wat volkse taverne, al drie jaar lang, en toen waren het verkiezingen. Twee van mijn naaste collega’s plus een vaste klant hadden op het Vlaams Blok gestemd. Ik was in shock. ‘Komaan’, zei ik, ‘Ik ben toch ook geen Belg?’ ‘Allez, gij zijt toch geen Marokkaan’, zeiden ze dan. Gelukkig maar, dacht ik. Ge-luk-kig ben ik geen Marokkaanse jongen en wel een lichtbruin, tikje Aziatisch uitziend meisje. Want die zijn allesbehalve bedreigend. Ze zijn zo lief, meneer. En toch was de moraal van het verhaal: tiens, ik heb wel drie jaar goed samengewerkt met die mensen. Raar.
‘Amerikanen zijn conservatief.’
‘Amerikanen kunnen echt geen vreemde talen.’
‘Amerikanen zijn dom.’
‘Amerikanen zijn echt achterlijk.’
‘Zwarten, die kunnen allemaal goed zingen. Zeker die dikke zwarte vrouwen.’
‘Echt een mooi zwartje. Zwartje, ja, omdat het geen dikke zwarte is.’
‘Filipijnen komen altijd te laat.’
‘Aziaten zijn tenminste stipt.’
‘Aziaten zijn slim.’
‘Aziaten zijn goed in klassieke muziek.’
‘Aziaten zijn goed in wiskunde.’
‘Aziaten hebben meer discipline.’
‘Aziaten kunnen beter afzien.’ (Over hoe positieve vooroordelen je onder druk kunnen zetten, is al wat inkt gevloeid, vooral in Amerika.)
‘Thaise vrouwen doen alles in bed. Die weten echt hoe ze een man moeten laten genieten. Maar sommige gasten overdrijven.’
‘Thaise vrouwen, je denkt dat ze goed luisteren. Maar eens ze hier zijn doen ze gewoon hun zin!’
‘Ethiopiërs zijn een trots volk.’
‘Fransen zijn chauvinisten.’
‘Japanners zijn chauvinisten.’
‘Japanners zijn wreed.’
‘Japanners zijn de grootste racisten.’
‘Marokkanen zijn zelf de grootste racisten.’
‘Moslims zijn veel properder op zichzelf.’
‘De islam is een achterlijke godsdienst.’
‘Alle godsdiensten zijn achterlijk.’
‘Europeanen stinken een beetje.’
‘Fransen stinken.’
‘Fransen zijn arrogant.’
‘Polen zijn harde werkers.’ (België.)
‘Polen zijn drankorgels. Je hebt er altijd herrie mee. En ze werken niks goed af.’ (Nederland.)
‘Polen kunnen niet rijden.’ (Amerika.)
Wat mag je zeggen en wat niet?
Ik vraag het niet op een toontje van Wat. Mag. Er. Nu. Eigenlijk. Wel. Nog!? in de zin dat ik vind dat niets nog mag. Nee. Ik vraag me dat echt af. Waarover maak ik me druk en waarover maken anderen zich druk?
Sommige dingen zijn overduidelijk fout. Maar niet altijd. Netelig dus.
Ik heb deze week nog gedacht aan asielzoekers die nog niet zo lang geleden om de haverklap van vrachtwagens werden ‘geplukt’. Ik moest toen altijd denken aan fruit. Fruit, dat pluk je. Van bomen. Toch geen mensen? Misschien ken ik die specifieke betekenis van het woord ‘plukken’ niet, maar daar heb ík me dus jaren mateloos aan gestoord.
Anderen blijkbaar niet. Ook niet die happy werknemers van de VRT-nieuwsdienst.
Om maar te zeggen.
En dan nu een filmpjeuh. Of vijftien.
If Asians Said The Stuff White People Say.
If Black People Said The Stuff White People Say.
Shit White People Say To Asians
Shit White Girls Say To Black Girls
Shit White Girls Say…to Arab Girls
Shit Gay Guys Say To Straight Guys
21 Things Asian People Are Tired Of Hearing
En als we dan toch bezig zijn.
12 Everyday Problems Of Blonde Girls