Charlotte Vandermeersch
“‘Ah, hier zie, weer een vrouw natuurlijk. Sloom wijf!’ durf ik soms te roepen als we iemand zien treuzelen met het parkeren, terwijl ik soms zelf een sloom wijf ben dat niet kan parkeren (lacht). Ik maak graag machograppen. Zoals op de première van ‘Belgica’ in Parijs. We waren aan het wachten om de zaal binnen te mogen, iedereen had honger en ik was een pot yoghurt aan het eten, dus zei ik tegen Tom Vermeir, Stef Aerts en de De Waele-broers: ‘Anders mogen jullie even in mijn potje roeren, hoor.’ (lacht). Ik vind dat geestig, platte klap – hopelijk komt dit op papier niet te serieus over! Van collega’s hoor ik dat ze merken dat ik met drie jongere broers ben opgegroeid. In het theatergezelschap Lazarus speel ik met vijf mannen en ik zie vaak hoe ze dingen oplossen met humor. In plaats van een probleem te benoemen, maken ze er grapjes over: een heikel onderwerp wordt aangesneden en de ene mop volgt op de andere. Het nadeel is dat ze er om dezelfde reden vaak iets langer over doen om toe te geven dat er echt een probleem is, waardoor het langer blijft sudderen, maar dat kameraadschappelijke vind ik heel schoon.”
“Mijn personage ziet nogal af met Frank in ‘Belgica’. Een fijne man met veel energie, maar eens hij over de rooie begint te gaan, kan het er heel lelijk aan toe gaan. Ze verdraagt veel van hem. Ik heb affiniteit met die woeste wezens, want het zijn dikwijls heel spannende mensen, maar leef er maar eens mee samen. Mijn lieven zijn nooit zo heftig geweest – ik ben misschien altijd de heftige in de relatie (lacht). Niet dat ik zo destructief ben als Frank, maar toch. Omdat ik er zelf meer op lijk, match ik meer met jongens die dikwijls zachter zijn. Mijn eerste lief op mijn vijftiende was een superlieve kerel. Hij is onlangs getrouwd met een fantastische vrouw en ik was heel blij voor hem. Maar hoewel het al uit is van mijn eenentwintigste, moest ik toch slikken. Een eerste grote liefde blijft iets teder in je hart en ik heb het altijd moeilijk gevonden om afscheid te nemen. Ook al weet je dat het niet de beste relatie is van je leven, sta je een soort beste vriend af. Ik ben nooit in ruzie uit elkaar gegaan en ik ken al mijn exen nog. Elke relatie heeft iets betekend voor mij. Ik heb niet met zoveel verschillende mensen seks gehad. Ik heb wel vaak seks gehad, maar vooral met dezelfde mensen (lacht). Tussen relaties in ging ik eerder met iemand van vroeger afspreken dan nieuwe mensen te leren kennen. Er was altijd nog veel genegenheid en vriendschap.”