“Het kan toch niet dat ik nog nooit iets ergs heb meegemaakt?” Evi Hanssen over mannen

Screen Shot 2015-05-28 at 10.58.20

Foto Koen Van Buggenhout

 

«Het kan toch niet dat ik nog nooit iets ergs heb meegemaakt? Toen ik al die verhalen hoorde van vrouwen die werden lastiggevallen, kon ik zelf op niks komen. Vriendinnen zeiden: ‘Maar elke vrouw maakt dat soort dingen mee!’ Pas veel later schoot het me te binnen. Die keer dat ik aan het joggen was in het park en dat er een man uit de bosjes sprong met zijn piemel uit zijn broek. Ik lachte luid en riep: ‘Pas op, er laat er hier eentje zijn piemel zien!’. Die keer dat ik voorbij een auto stapte waarin een man zich zat af te trekken. Ik riep weer tegen voorbijgangers: ‘Pas op, er zit een man zich af te trekken!’ Waarop hij wegreed. En die twee jongens die me een keer de weg vroegen. Bij eentje hing zijn piemel uit zijn broek. Ik zei: ‘Laat maar hangen, want het is toch niet echt de moeite’, waarop zijn vriend hem keihard begon uit te lachen. Om maar te zeggen: ik denk dat ik het me eerst niet kon herinneren omdat ik me nooit onveilig heb gevoeld. Ik ben niet geïntimideerd door mannen – en dat heb ik te danken aan mijn drie oudere broers. Ze namen me overal mee naartoe, ze speelden met me, ze lachten me uit en ze beschermden me. Van hen heb ik geleerd dat het merendeel van de mannen goed zijn. Ik heb hier lang over nagedacht, en ik weet nu van mezelf dat ik mensen niet opdeel in mannen of vrouwen. Als een man een seksistische opmerking maakt, denk ik: eikel, als een vrouw er een maakt: trut! Want vergis je niet, vrouwen kunnen er ook wat van. Een vrouw met een volle boezem die bijvoorbeeld tegen mij zegt: ‘Hoe zou het zijn, om zo bijna níks te hebben?’ (lacht). Voor alle duidelijkheid, ik minimaliseer niets, want mensen moeten zich fatsoenlijk gedragen. Maar ik wil niet dat straks niemand elkaar nog een compliment geeft. En nagefloten worden … Als het bij mij op een leuke manier gebeurt, draai ik eens extra rond, maak ik een buiging en loop ik door.»

«Dankzij mijn broers ben ik niet gauw bang en ben ik geen flauwe, maar het heeft lang geduurd voor ik durfde toe te geven dat ik verliefd werd op jongens omdat ze me te veel deden denken aan mijn broers: dat vond ik raar. Daarom heeft het allemaal wat langer geduurd dan bij mijn vriendinnen. Bovendien werd mijn eerste vriendje afgedreigd door mijn broer: ‘Als je nog één keer met je poten aan mijn zus haar lijf zit, maak ik fricassé van je!’ Ik wist dat mijn broer dat niet meende, die jongen niet – ook dat leren oudere broers je over mannen. Ze zetten misschien een grote mond op, maar ze hebben vaak een klein hartje. Ik weet wel nog dat ik op mijn zestiende echt een lief wilde, en daar ook mee naar bed wilde. Je denkt dat zoiets je hele leven zal veranderen, maar achteraf bleek ik me niet zo anders te voelen. Het was totaal niet zoals ik me had voorgesteld – zoals in de film ‘Top Gun’ – maar wel zoals een eerste keer hoort te zijn: stuntelig en veel te kort (lacht). Ondanks dat mijn ouders gescheiden waren, geloofde ik dat het voor altijd zou zijn. Mijn ouders hadden tenslotte ook de grote liefde gevonden, zij het niet bij elkaar. Met die eerste jongen ben ik twee jaar samen geweest en nadien zijn alleen lange rela- ties gevolgd. Mijn scheiding heeft me wel anders doen kijken naar de liefde. Dat zotte verliefd zijn en het gevoel hebben dat heel de wereld kan ontploffen, die onbezonnenheid in de liefde ben ik kwijt. Ik ben voorzichtiger geworden, maar dat ik het heb gekend, is een schoon cadeau. Er zijn mensen die het nooit meemaken. Al kan je dat pas zeggen als je eerst een paar jaar met een gebroken hart hebt rondgelopen (lacht). Vroeger had ik het gevoel dat je moest versmelten met iemand om zo naar een hoger niveau getild te worden. Nu denk ik: liefde is iemand volledig aanvaarden zoals hij is. Ik geloof nog in een monogame relatie voor altijd, ja. Maar dat moet je vooral voor jezelf beslissen. Als jij monogaam kan zijn, dan moet je dat doen, voor jezelf, je kan dat niet verwachten van de ander. Zelfs al dring ik jou keihard mijn mening op, kan jij nog altijd doen wat je wil en dan kan mijn teleurstelling alleen maar gigantisch zwaar zijn. Het belangrijkste is dat beide personen zichzelf kunnen zijn. Ik denk dat er ergere dingen zijn dan die angel van ontrouw. Een goede seksuele relatie is natuurlijk belangrijk, omdat dat betekent dat je je aanvaard voelt: je kan je kwetsbaar opstellen en jezelf laten gaan.»

«Ik zeg niet dat het leven leuker is alleen, en ook niet dat het leuker is met twee. Maar vroeger had ik iemand nodig om gelukkig te zijn en nu niet meer. Tot anderhalf jaar geleden had ik altijd een vriend of een lief. Ik had toen mijn verdriet kunnen minimaliseren door in een andere verliefdheid te stappen, dat doen veel mensen en dat is logisch, want als je weer verliefd wordt, verwerk je alles sneller. Dat wilde ik bewust niet. Ik heb dat verdriet onder ogen willen zien en het binnenstebuiten gekeerd. Wat je dan in jezelf vindt, is fantastisch: die kracht en die zelfstandigheid. En eens je die hebt, geef je die nooit meer af. Op een goede manier.» •

Evi Hanssen (° 9 november 1978) presenteert elke dinsdag en donderdag om 20.35 uur ‘Mijn Pop-up Restaurant!’ op VTM

[Dit artikel verscheen eerder in NINA, het weekendmagazine van Het Laatste Nieuws.]

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s