“Als tiener wilde ik liever een jongen zijn. Ik hield mijn haar expres kort en kleedde me zelfs als een jongen. Ik wilde zijn zoals hen, omdat ze meer met hun eigen ding bezig waren. Meisjes vond ik toen nogal truttig. Rond hun zestiende zijn ze vooral bezig met zichzelf en, door de hormonen, met jongens: ‘Wie is op wie verliefd?’ Ze kunnen ook nogal pronken met hun lichaam en daar was ik op dat moment niet klaar voor. Hoewel ik al een vree vrouwelijk uiterlijk had, droeg ik T-shirts die mijn dikke borsten platduwden, zodat je ze niet kon zien. Als ik een meisje ben, dacht ik, gaan jongens anders naar me kijken en zullen ze anders met me omgaan. Ik wilde neutraal zijn. Ik wilde mezelf tonen als mens en aanvaard worden als mens.”
“(Denkt na) Weet je wat het ook is? Ik moet er weer aan denken omdat ik net het station van Gent ben doorgestapt. Op mijn vijftiende nam ik elke dag de trein naar daar. Ik was nog een heel kwetsbaar wezentje en ik ging voor het eerst vanuit Marke naar school in de grote stad. Ik werd dat eerste jaar heel dikwijls lastiggevallen door mannen op de trein. Dan zat er een of andere gefrustreerde dertiger tegen mijn been te schuren, of de hele tijd in mijn ogen te staren, en durfde ik daar niet tegenin gaan. Ze leken erin getraind om dat te doen zonder dat het opviel. Ver-schrik-ke-lijk. Ook dat was een van de redenen waarom ik me als jongen wilde kleden. Meisjes waren veel kwetsbaarder dan jongens. Als meisje had ik altijd het gevoel dat ik aangevallen kon worden. Jongens zullen dat nooit meemaken, dacht ik – een beetje naïef, maar toch. Het werd wel minder, toen ik er meer als een jongen ging uitzien. Als een grijze muis.”
“Op school konden de jongens mij niet plaatsen, denk ik. Ik was een van hen en tegelijk ook niet. Zij werden niet verliefd op mij en ik niet op hen. Ik zag niks seksueels in hen. Ik was een beetje een kluizenaar, altijd aan het tekenen – ik studeerde tekenfilm aan de Academie. Pas op mijn achttiende dacht ik: ik zal eens doen zoals de rest en eens op stap gaan naar de Gentse Feesten. We gingen alle dagen dansen in het Nieuwpoorttheater – ik voor het eerst echt als meisje, zónder mijn borsten ingebonden – en er kwam een jongen met me dansen. Dat deed deugd. Het was de eerste man die me aandacht gaf en ik werd verliefd op hem. Ik begon er een relatie mee, maar echt gelukkig werd ik daar niet van. Toch vond ik dat ik bij hem moest blijven, want ik had tenslotte voor hem gekozen (lacht). Geen idee waar ik dat conservatieve idee vandaan haalde, zeker niet van mijn ouders. Uiteindelijk is het toch uit geraakt.”